Wat zijn de voorzorgsmaatregelen bij CNC-verwerking
Werkstukpositionering: zorg voor eennauwkeurige positionering van het werkstuk en vermijd interferentie en verplaatsing tijdens de verwerking.
Gereedschapsselectie en gebruik: selecteer het juiste gereedschap op basis van de verwerkingsomstandigheden, let op de taaiheid en hardheid van het gereedschap en vermijd onnodige verwerkingskenmerken en dun-muur ontwerp.
Bediening van de machine: controleerna het opstarten of de schakelaars en knoppennormaal zijn en smeer alle onderdelen handmatig om ervoor te zorgen dat de machine in goede staat verkeert.
Verwerkingsprocescontrole: controleer de verwerkingssnelheid ennauwkeurigheid, vermijd de fout van hoog-precisiewerkstuk en verzeker denauwkeurigheid van elke bedieningsstap.
Gegevensback-up en onderhoud: controleer regelmatig de accuspanning om ervoor te zorgen dat de gegevensniet verloren gaan als gevolg van stroomuitval, en reinig tijdig de snijvloeistof en het ijzervijlsel om de machine schoon te houden.
Gedetailleerde bedieningsstappen en voorzorgsmaatregelen
Nadat de machine is ingeschakeld:
Controleer of de schakelaars en knoppennormaal en flexibel zijn.
Controleer of de spanning, oliedruk en luchtdruknormaal zijn en voer handmatige smering uit.
Nadat de machine is gestart, keert elke coördinatenas handmatig terugnaar het referentiepunt.
Tijdens de werkstukbewerking:
Bij het vormen van hoog-precisiewerkstuk, gebruik dan een meetklok om slingering van het gereedschap te detecteren.
Wanneer u het gereedschap voor de eerste keer gebruikt, controleer dan of de werkelijke lengte ervan overeenkomt met de compensatiewaarde.
Controleer de resterende coördinaatwaarde van de coördinatenas onder het dieptepunt-snelheid voer vasthouden tijdens de proefsnijtoevoer.
Na verwerking:
Controleer het gereedschapsnummer en de correctiewaarde.
Reinig het snijijzervijlsel en de snijvloeistof in de gereedschapsmachine.
Controleer de batterijspanning om de gegevensbeveiliging te garanderen.